De meeste mensen beginnen hun spirituele reis naar het Zelf in het lichaam en beoefenen yoga vooral voor de lichamelijke voordelen. Zo ben ik ook ooit begonnen. Dit komt omdat de meeste mensen zich vooral identificeren met hun lichaam.
De yoga zoals die naar Nederland is gekomen was ook vooral lichamelijk georienteerd en gericht op ontspanning en lenig worden en werd ook wel therapeutisch ingezet. Zo werd het woord yoga bijna een synoniem voor lichamelijke oefeningen met adem en ontspanning, een soort van rustige gymnastiek. Maar de beoefening van Hatha yoga is niet compleet als de subtielere krachten van de mind en de prana
(Vitale energie) niet begrepen en ervaren worden. Zonder dat wordt hatha yoga inderdaad slechts een ander systeem van lichamelijke oefeningen. Hatha yoga is namelijk bedoeld om je voor te bereiden op meditatie. Het lichaam zal dan geen belemmering zijn om comfortabel rechtop en stil te kunnen zitten. Het is goed om te beginnen vanuit het niveau waar je op dit moment bent. Om dan rustig te vorderen naar meer en meer subtielere beoefening. Dat betekent niet dat je lenig moet zijn. En ja natuurlijk helpt yoga goed voor ontspanning en is het goed voor je gezondheid, dat is mooi meegenomen.
De yoga wetenschap is en blijft een methode om het hoger bewustzijn te ervaren. Te zien wie je werkelijk bent, door directe ervaring. Daarvoor moet je naar binnen keren en met al je aandacht oefenen.
Dat probeer ik door te geven . . . Daarom oefenen we langzaam, met veel tijd voor bewustwording, voelen en navoelen. Ervaren wat er is. Alles wat er is mag er zijn. Je hoeft er niets mee. Dan kun je steeds meer loslaten, verstillen.
Zelf de meest eenvoudige hatha yoga oefening kan tot een innerlijke spirituele ervaring leiden.
Als je je aandacht naar binnen richt zul je ervaren dat je alles al in je hebt.
Je kunt het lichaam in een yoga houding brengen en dan verstillen en observeren:
- wat ervaar je in het lichaam?
- hoe ervaar je de adem?
- wat ervaar je mentaal of emotioneel?
Op zo’n manier oefen je met aandacht en heel bewust. Dat is al een goede eerste stap.
Tijdens de beoefening: blijf je continu bewust van het lichaam, de adem en de mind.
Beweeg op het ritme van de adem. Beweeg langzaam en met volle aandacht.
Eenmaal in de houding ontspan je de inspanning; niet meer bewegen, verstillen, alles zo laten en ervaren hoe het is. Voel je waar het stroomt en waar het stagneert? Waar vind je ruimte, opening? Misschien word je je bewust dat je de neiging hebt om te bewegen,om iets te doen, iets te verbeteren? Observeer dit liefdevol. Merk ook op welke gedachten daarbij door je hoofd gaan. Merk het op, maar ga er niet mee aan de gang. Wees helemaal aanwezig.
Je kunt je beoefening nog meer verfijnen. Door eerst vanuit de mind te werken in plaats vanuit het lichaam. Een houding eerst te visualiseren en hem mentaal uit te voeren. En daarna pas de houding fysiek uit te voeren. Dan wordt je beoefening steeds meer moeiteloos, omdat je de inspanning steeds makkelijker los kan laten.
Hoe kun je daarna de fysieke uitvoering op een nog subtieler niveau brengen? Je opdracht om je arm te bewegen komt vanuit de mind. De impuls om te bewegen komt uit de mind. Observeer het als je arm in beweging komt, van waaruit start dan die beweging? Hoe beweegt het? Is het een gladde soepele beweging? Of gaat het met horten en stoten, schokkerig? Heeft het effect op de adem?
Respecteer altijd je grenzen. Niets forceren, niet jezelf schaden. Oefen mild en met volle aandacht. Ontspan alles wat niet actief is. Observeer alles wat zich voordoet liefdevol en laat het weer voorbijgaan, onaangedaan, zonder vastgrijpen, zonder wegduwen, zonder strijd, zonder spanning.
Laat met behulp van aandacht en adem de prana stromen naar gebieden waar spanning is. Laat het ruim worden.
Eenmaal in de houding ontspan je elke inspanning, alles wat actief en niet actief is laat je volledig ontpannen, moeiteloos in de houding zijn; niet meer bewegen, verstillen, alles zo laten en ervaren hoe het is.
Niet meer DOEN, maar ZIJN.